Total verb forms: 52
Imperatives and participles
Tegenwoordig en verleden deelwoord zonnebadend
Tegenwoordig en verleden deelwoord gezonnebaad
Type ik jij hij/zij/het wij jullie zij
Presens zonnebaad zonnebaadt zonnebaadt zonnebaden zonnebaden zonnebaden
Imperfect zonnebaadde zonnebaadde zonnebaadde zonnebaadden zonnebaadden zonnebaadden
Toekomende tijd I zal zonnebaden zult zonnebaden zal zonnebaden zullen zonnebaden zullen zonnebaden zullen zonnebaden
Conditionalis I zou zonnebaden zou zonnebaden zou zonnebaden zouden zonnebaden zouden zonnebaden zouden zonnebaden
Perfectum heb gezonnebaad hebt gezonnebaad heeft gezonnebaad hebben gezonnebaad hebben gezonnebaad hebben gezonnebaad
Voltooid verleden tijd had gezonnebaad had gezonnebaad had gezonnebaad hadden gezonnebaad hadden gezonnebaad hadden gezonnebaad
Toekomende tijd II zal gezonnebaad hebben zult gezonnebaad hebben zal gezonnebaad hebben zullen gezonnebaad hebben zullen gezonnebaad hebben zullen gezonnebaad hebben
Conditionalis II zou hebben gezonnebaad zou hebben gezonnebaad zou hebben gezonnebaad zouden hebben gezonnebaad zouden hebben gezonnebaad zouden hebben gezonnebaad
Imperatief - zonnebaad - - zonnebaadt -

Conjugated verbs before and after zonnebaden

« zonnebaden »