Total verb forms: 52
Imperatives and participles |
Tegenwoordig en verleden deelwoord | belangstellend |
Tegenwoordig en verleden deelwoord | belanggesteld |
Type | ik | jij | hij/zij/het | wij | jullie | zij |
Presens | stel belang | stelt belang | stelt belang | stellen belang | stellen belang | stellen belang |
Imperfect | stelde belang | stelde belang | stelde belang | stelden belang | stelden belang | stelden belang |
Toekomende tijd I | zal belangstellen | zult belangstellen | zal belangstellen | zullen belangstellen | zullen belangstellen | zullen belangstellen |
Conditionalis I | zou belangstellen | zou belangstellen | zou belangstellen | zouden belangstellen | zouden belangstellen | zouden belangstellen |
Perfectum | heb belanggesteld | hebt belanggesteld | heeft belanggesteld | hebben belanggesteld | hebben belanggesteld | hebben belanggesteld |
Voltooid verleden tijd | had belanggesteld | had belanggesteld | had belanggesteld | hadden belanggesteld | hadden belanggesteld | hadden belanggesteld |
Toekomende tijd II | zal belanggesteld hebben | zult belanggesteld hebben | zal belanggesteld hebben | zullen belanggesteld hebben | zullen belanggesteld hebben | zullen belanggesteld hebben |
Conditionalis II | zou hebben belanggesteld | zou hebben belanggesteld | zou hebben belanggesteld | zouden hebben belanggesteld | zouden hebben belanggesteld | zouden hebben belanggesteld |
Imperatief | - | stel belang | - | - | stelt belang | - |
Verbs similar to belangstellen
Conjugated verbs before and after belangstellen
More actions for belangstellen