Woxikon / Verbs / Dutch / W / wrokken

NL Dutch conjugation of wrokken

Total verb forms: 52
Imperatives and participles
Tegenwoordig en verleden deelwoord wrokkend
Tegenwoordig en verleden deelwoord gewrokt
Type ik jij hij/zij/het wij jullie zij
Presens wrok wrokt wrokt wrokken wrokken wrokken
Imperfect wrokte wrokte wrokte wrokten wrokten wrokten
Toekomende tijd I zal wrokken zult wrokken zal wrokken zullen wrokken zullen wrokken zullen wrokken
Conditionalis I zou wrokken zou wrokken zou wrokken zouden wrokken zouden wrokken zouden wrokken
Perfectum heb gewrokt hebt gewrokt heeft gewrokt hebben gewrokt hebben gewrokt hebben gewrokt
Voltooid verleden tijd had gewrokt had gewrokt had gewrokt hadden gewrokt hadden gewrokt hadden gewrokt
Toekomende tijd II zal gewrokt hebben zult gewrokt hebben zal gewrokt hebben zullen gewrokt hebben zullen gewrokt hebben zullen gewrokt hebben
Conditionalis II zou hebben gewrokt zou hebben gewrokt zou hebben gewrokt zouden hebben gewrokt zouden hebben gewrokt zouden hebben gewrokt
Imperatief - wrok - - wrokt -

Verbs similar to wrokken

Conjugated verbs before and after wrokken

« wrokken »

More actions for wrokken